
Op de ochtend van 6 april 1945 hing er een gespannen stilte over Coevorden. De stad had jarenlang geleefd onder de schaduw van de Duitse bezetting, maar nu naderden de geallieerden. De inwoners, uitgeput door de oorlog, durfden nauwelijks te hopen, maar de bevrijding was dichtbij.

De Canadese troepen, gesteund door Poolse, Franse en Belgische militairen, rukten op richting Coevorden. De Duitsers probeerden hun positie te verdedigen en bliezen de Bentheimerbrug op om de opmars te vertragen.

Maar de geallieerden lieten zich niet stoppen. Met vastberadenheid bouwden ze een nieuwe brug en trokken de stad binnen.Wat volgde was een chaotische strijd. Duitse soldaten trokken zich terug, sommigen gaven zich over, anderen vluchtten verder Drenthe in. Voor de inwoners van Coevorden was het een dag van opluchting en vreugde. Na jaren van angst en onderdrukking konden ze eindelijk weer vrij ademhalen.
De bevrijding van Coevorden markeerde een cruciaal moment in de bevrijding van Noord-Nederland. Vandaag de dag wordt deze gebeurtenis nog steeds herdacht, met ceremonies en activiteiten die de moed en opoffering van de bevrijders eren.

De Bevrijding door de Ogen van Anna
Anna drukte zich tegen de muur van haar huis, haar hart bonkte in haar borst. Door het kleine raam zag ze rookpluimen stijgen in de verte. Het was 6 april 1945, en Coevorden stond op het punt bevrijd te worden. Maar het voelde nog niet echt. De angst, die al jaren haar metgezel was, weigerde haar los te laten.
Die ochtend had ze geruchten gehoord: de Canadezen waren dichtbij. Haar broer Pieter had haar verteld dat de Duitse soldaten haastig hun spullen aan het pakken waren. Sommigen verdwenen stilletjes, anderen bereidden zich voor om te vechten. Maar niemand wist hoe het zou eindigen.
Dan klonk het eerste schot. Een explosie volgde. Anna kromp ineen, haar moeder trok haar naar zich toe. Buiten klonk geschreeuw en geratel van geweervuur. Minuten leken uren.
Toen werd het stil.
Voorzichtig sloop Anna naar de deur en opende hem een kier. In de straat zag ze mannen in vreemde uniformen lopen—de Canadezen! Hun gezichten stonden scherp, vermoeid, maar er was iets in hun houding: overwinning.
Uit de huizen verschenen buren, voorzichtig eerst, toen juichend. "We zijn vrij!" riep iemand. Anna voelde haar benen trillen. Was het echt voorbij? Haar moeder begon te huilen. Pieter rende de straat op en schudde de hand van een jonge soldaat.
Anna wilde iets zeggen, maar haar stem stokte. In plaats daarvan rende ze naar haar moeder en omhelsde haar stevig. Voor het eerst in jaren voelde ze geen angst.
Slechts vreugde.
De Bevrijding door de Ogen van Soldaat James Callahan
Het stof van de oorlog lag dik op zijn uniform. James Callahan, een jonge Canadese soldaat, had de afgelopen maanden door België en Nederland getrokken, de weg naar vrijheid plovend met elke stap. Vandaag, 6 april 1945, was het Coevorden dat wachtte op bevrijding.
Zijn handen klemden zich stevig om zijn geweer terwijl hij zich met zijn eenheid door de stad bewoog. Het was stil, te stil. Maar dat betekende niet dat er geen gevaar was. De Duitse troepen hadden de Bentheimerbrug opgeblazen, een poging om de opmars te vertragen. Toch gaf de Canadese brigade niet op. Ze vonden een andere weg.
Plotseling hoorde James schoten. Hij dook instinctief achter een muur en keek naar zijn medesoldaten. De gevechten braken los. De Duitse weerstand was fel, maar hij voelde het momentum. Dit zou hun dag worden.
Toen de laatste schoten wegebden en de rook optrok, wist hij dat het voorbij was. Voorzichtig stapte hij door een verlaten straat, waar deuren langzaam open gingen. Gezichten verschenen—wantrouwend, hoopvol. En toen, een eerste juich. Een vrouw met betraande ogen rende naar buiten en omhelsde haar kinderen. Een oude man schudde zijn hand, bedankte hem met een stem die trilde van emotie.
James voelde een golf van opluchting. De angst die hem maandenlang had vergezeld, gleed van hem af. Coevorden was vrij.
Hij wist dat dit slechts een klein deel was van een groter geheel. De oorlog was nog niet helemaal voorbij. Maar op deze dag had hij iets wezenlijks gedaan. Mensen hun leven teruggegeven.
Die nacht sliep hij onder de sterrenhemel, voor het eerst sinds lange tijd met een gevoel van vrede.