Op zaterdag 8 september 2018 namen we wederom deel aan een fantastische battlefield tour van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum in het kader van de herdenking van de Slag om Arnhem in september 1944 met als onderwerp 'Sporen van de Slag om Arnhem'. Deze battlefield tour ging door Arnhem en Oosterbeek.
Britse luchtlandingstroepen 2de Bataljon van het South Staffordshire Regiment.
De tour begon om 09.00 uur vanaf de Talsmalaan naast het restaurant Kleyn Hartensteyn in Oosterbeek. De busrit werd afgewisseld met korte wandelingen. Zowel in de bus als op verschillende plaatsen in het terrein gaf onze gids Wybo Boersma, lid van de Guild of Battlefield Guides en voormalig directeur van het Airborne Museum uitleg over de gebeurtenissen in september 1944. We maakten een tocht over het slagveld van destijds en volgden de opmarsroutes van de parachutistenbataljons naar de Rijnbrug en waren in Arnhem bij het St. Elisabeths Gasthuis en in de wijk Lombok, waar generaal Urquhart zich twee dagen verborgen hield. Vervolgens eindigden we bij de omsingeling van de Airborne troepen rondom het hoofdkwartier in hotel hartenstein en de gevechten rond de N.H. kerk in Oosterbeek-Laag. In de nacht van 25 op 26 september 1944 werden de Britse parachutisten geëvacueerd uit de perimeter van Oosterbeek. De codenaam was Operatie Berlin. Het Britse hoofdkwartier in hotel Hartenstein was reeds ontruimd.
Het hoofdkwartier was gelegen in het hart van de perimeter, een uitstulping bezet door de Britse airbornes in een gebied dat verder in Duitse handen was. Ter afsluiting bezochten we de Airborne begraafplaats in Oosterbeek.
De landingsterreinen werden aangeduid met een letter.
- X Droppingzone bij Wolfheze, ten zuiden van de spoorlijn Arnhem-Ede.
- Z Landingzone ten westen van Wolfheze.
- S Landingzone Reijerskamp, ten noorden van de spprlijn Arnhem-Ede.
- Y Droppingzone ten oosten van Ede, de Ginkelse Heide.
- K Droppingzone ten zuiden van de Rijnbrug.
- L Landingzone op het landgoed Papendal, ten zuiden van de verkeersweg Ede-Arnhem.
· Y Droppingzone voor de bevoorrading.
De landingsterreinen bij Landing Zone Z tussen Wolfheze en Heelsum.
Wybo Boersma introduceert het Britse plan op de landingsterreinen bij Landing Zone Z tussen Wolfheze en Heelsum.
Hier landden de Gliders op 17 september 1944 op de heide bij Wolfheze.
De landingen op de Ginkelse Heide. De mensen die het meegemaakt hebben zien het nu nòg voor zich. De niet aflatende stroom vliegtuigen, in september 1944, waaruit honderden en nog eens honderden parachutisten springen om Nederland te komen bevrijden. Rondom de Ginkelse Heide ontstaan overal gevechten met Duitse troepen die zich hardnekkig verzetten. De 1e Britse Luchtlandingsdivisie had de opdracht om de Rijnbrug bij Arnhem te veroveren. Ze landden in september 1944 in drie dagen ten westen van Arnhem. Het droppingterrein voor de tweede dag, 18 september, was de Ginkelse Heide bij Ede. Voor de verdediging van de heide wordt het 7e bataljon The King's Own Scottish Borderers ingezet. Dit bataljon was op 17 september met zweefvliegen ten noorden van Wolfheze geland. Hun stellingen rond de heide werden door verschillende Duitse eenheden, ondersteund door pantservoertuigen, aangevallen.
De heide blijkt te groot om afdoende te verdedigen, de Schotten verliezen terrein. Op maandagmiddag 18 september landde de 4e Parachutistenbrigade. Vlak voor de landing verdrijven de Schotten met een verwoede aanval de Duitsers van de heide... Ongeveer 2000 man springen, totaal verrast, in een inferno van kogels, rook en vuur. Ondanks de luchtafweer en problemen met het afspringen, landt 90% van de para's binnen de dropzone. Omstreeks 17.00 uur begint de opmars richting Arnhem.
Bron: Liberation Route Europe
De mooie schaapskooi op de Ginkelse Heide, schuin tegenover restaurant Juffrouw Tok aan de N224 tussen Arnhem en Ede. Niet ver van het Airborne monument, waar jaarlijks de Airborne herdenking plaats vindt en parachutisten uit vliegtuigen springen. Dit is trouwens gewoon een NAVO-oefening van parachutisten uit verschillende landen, zoals Nederland, Engeland, België en Duitsland.
Ik maakte ook nog even een opname van de binnenkant van de schaapskooi. De schapen waren buiten.
Het Airborne-monument op de Ginkelse Heide in Ede is onthuld op 19 september 1960 door generaal-majoor Urquhart.
Op de achtergrond langs de bomenrij de Verlengde Arnhemseweg N224 tussen Arnhem en Ede.
Gezien vanaf de schaapskooi bevindt zich aan de overkant van de Verlengde Amsterdamseweg restaurant Juffrouw Tok.
Op weg naar het bespreekpunt over de ambush van het Reconnaissance Sqn bij het tunneltje van Wolfheze.
De ambush van het Reconnaissance Sqn bij het tunneltje van Wolfheze
We hoorden over de opmars van het 1e Airborne Reconnaissance Squadron op 17 september 1944. De duiker was een smal en laag stenen tunneltje dat onder de spoorlijn van Arnhem naar Ede doorliep. Hier liepen mannen van de 1st Airborne in een hinderlaag van de SS Krafft Battalion op 17 september 1944 met uitzicht op de plek waar kapitein Lionel Queripel door zijn optreden het Victoria Cross kreeg op 19 september. Het werd gebruikt door elementen van het 4de Parachute Brigade om zich terug te trekken uit hun stelling ten noorden van de spoorlijn op 19 en 20 september 1944. Het merendeel van de transporten ging via de spoorwegovergang in Wolfheze, en soms werd zelfs geprobeerd de steile taluds op te rijden. Echter bleek dat de duiker kon worden gebruikt door jeeps door lucht uit de banden te laten lopen. Eenmaal aan de andere kant konden de mannen hun weg vervolgen naar de perimeter van Oosterbeek.
Nu mijn vrouw voor het tunneltje staat is te zien hoe laag die eigenlijk is.
Hackett Hollow, Valkenburglaan Oosterbeek, waar Hackett, commandant van de 4th Parachute Infantry Brigade, met zijn resterende 150 man van de 156 Parachute Regiment (hij is twee dagen daarvoor op de Ginkelse heide geland met 2500 man) op 20 september 1944 een uitweg heeft gevochten tegen de overweldigende Duitse meerderheid die bestond uit onder andere vlammenwerpertanks. Na meer dan 8 uur op deze plaats vastgezeten te hebben, besluit hij door middel van een bajonet charge zich een uitweg te vechten naar de rand van de westelijke perimeter, zo'n 150 meter verderop.
Duitse SS-soldaten bestoken de Britse airbornes in de perimeter van Oosterbeek met mortiergeschut.
Aanvallen van SS-ers op de perimeter van Oosterbeek, tot het uiterste verdedigd door de Britse airbornes.
In oosterbeek bevindt zich het Airborne Museum in voormalig hotel Hartenstein aan de Utrechtseweg. Tijdens de slag om Arnhem viel de Britse 6e Airborne Division, die aanvankelijk de brug over de Rijn bij Arnhem zou veroveren, een laatste verdedigingsgebied in Oosterbeek. Dit gebied is bekend geworden als een perimeter. Vanuit deze perimeter moesten de Britse Airborne zich terugtrekken over de Rijn naar bevrijd gebied. Hotel Hartenstein was het hoofdkwartier van generaal Urquhart en gelegen in het hart van deze perimeter. Na de oorlog werd het Airborne Museum dat gewijd was aan operatie Market Garden en aanvankelijk gevestigd was in kasteel Doorwerth, gevestigd in voormalig hotel Hartenstein.
Het Airborne Museum staat in de steigers. De buitenkant wordt teruggebracht naar de vooroorlogse situatie.
De Britse telefooncel in Oosterbeek herinnert aan de band met de Britse Airbornes. Maar het kan wel een verfje gebruiken.
Quatre Bras Oosterbeek met monument 21st Independent Parachute Company.
Schoonoord Oosterbeek
Jan van der Vlist nam in 1921 het hotel over. In 1943 werd het hotel gevorderd door de Duitse Wehrmacht. Tijdens de Slag om Arnhem werd het hotel door de Britten in gebruik genomen als veldhospitaal. Het gebouw werd tijdens de gevechten compleet verwoest. Na de oorlog werd de ruïne gesloopt. In de tuin werden de graven van zestien parachutisten aangetroffen. Van der Vlists dochter Hendrika publiceerde later haar oorlogsdagboek Die dag in september.. Op dezelfde plek verscheen een restaurant onder de naam Schoonoord.
Hier bespreken we de problemen die de airbornes hadden tijdens de opmars van de brug. Aanvankelijk waren er drie opmarsroutes: Leopold, Tiger en Lion. Alleen via deze laatste route wist de eenheid van Frost de brug te bereiken langs Onderlangs waar we hier staan bij de overzichtskaart.
John Frostbrug Arnhem
De John Frostbrug is een verkeersbrug over de Nederrijn bij Arnhem. De brug is een belangrijke verbinding in de route van Arnhem-Noord naar Zuid en andersom. De brug werd in 16 september 1978 vernoemd naar John Dutton Frost, die als luitenant-kolonel van het tweede bataljon van de Eerste Britse Luchtlandingsbrigade tijdens de Slag om Arnhem de brug bereikte, maar er niet in slaagde deze geheel op de Duitsers te veroveren.
Onze gids vertelt over de gevechten rond de brug terwijl we hier staan in het bij de brug gelegen Jacobus Groenewoudplantsoen.
Met grote belangstelling luisteren we naar het verhaal van onze gids Wybo Boersma (voormalig directeur van het Airborne Museum).
Canadees 25 ponder artilleriegeschut. Onterecht word wel gedacht dat dit een geschut uit de slag om Arnhem is. Dit is niet het geval, omdat dit stuk niet door de lucht vervoerbaar was en de Britse parachutisten dus geen gebruik maakten van dit artilleriegeschut. Op dit geschut vindt men een steen van de 16th Parachute Field Ambulance (RAMC), één van de medische eenheden die tijdens de slag om Arnhem voor een onmogelijke taak zou komen te staan om voor de vele gewonden te zorgen. Op het artilleriegeschut vind men eveneens een plaquette met de volgende tekst erop,"A stone with a badge, a name, a date buried here, brothers, friends and mate they fought their battles to free us all till the bugle sounded their last call."
Lombok Arnhem
We lopen met onze gids Wybo Boersma in de wijk Lombok, waar generaal Urquhart zich op de zolder van de woning aan Zwarteweg 14 moest verstoppen op de zolder omdat de Duitsers overal in de wijk waren.
Generaal-majoor Urquhart en brigade-generaal Lathbury zijn op 18 september 1944 de twee belangrijkste commandanten tijdens de Slag om Arnhem. Zij komen in de vuurlinies terecht en moeten vluchten.
Urquhart
Slecht radiocontact frustreert Urquhart dermate dat hijzelf poolshoogte wil nemen van de opmars van zijn troepen. Hij komt daarbij midden in de vuurlinie en moet een huis binnen vluchten. Zijn troepen wanen hem dood.
Doodgewaand
Zwarteweg 14 is een onopvallend rijtjeshuis in Arnhem west. Maar gedurende een paar cruciale dagen in september 1944 speelde het een belangrijke rol, want de Britse commandant, generaal-majoor Roy Urquhart, werd hier verborgen door Anton Derksen. Kort na de Britse luchtlanding op 17 september kregen de Britten problemen met radioverbindingen. Dit noodzaakte generaal-majoor Urquhart zich ter plaatse van de situatie op de hoogte te laten stellen. Op 18 september kwam hij met brigade-generaal Gerald Lathbury in de Arnhemse wijk Lombok terecht. Toen Urquhart en Lathbury naar hun hoofdkwartier probeerden terug te keren, vergisten zij zich van richting en liepen naar Duitse posities toe. Lathbury werd door een kogel in de rug getroffen. Nadat hij Lathbury in een huis had achter gelaten, vluchtte Urquhart verder en werd door Anton Derksen op Zwarteweg 14 op zolder verborgen. Toen de Britten op 19 september de Britten een laatste poging deden om naar de Arnhemse brug door te stoten, werd Urquhart bevrijd.
Generaal-majoor Urquhart en brigade-generaal Lathbury zijn op 18 september 1944 de twee belangrijkste commandanten tijdens de Slag om Arnhem. Slecht radiocontact frustreert Urquhart dermate dat hijzelf poolshoogte wil nemen van de opmars van zijn troepen. Hij komt daarbij midden in de vuurlinies terecht en moet een huis binnen vluchten. Zijn troepen wanen hem dood.
Zwarteweg 14 is een onopvallend rijtjeshuis in Arnhem west. Maar gedurende een paar cruciale dagen in september 1944 speelde het een belangrijke rol, want de Britse commandant, generaal-majoor Roy Urquhart, werd hier verborgen door Anton Derksen. Kort na de Britse luchtlanding op 17 september kregen de Britten problemen met radioverbindingen. Dit noodzaakte generaal-majoor Urquhart zich ter plaatse van de situatie op de hoogte te laten stellen. Op 18 september kwam hij met brigade-generaal Gerald Lathbury in de Arnhemse wijk Lombok terecht. Toen Urquhart en Lathbury naar hun hoofdkwartier probeerden terug te keren, vergisten zij zich van richting en liepen naar Duitse posities toe. Lathbury werd door een kogel in de rug getroffen. Nadat hij Lathbury in een huis had achter gelaten, vluchtte hij verder en werd door Anton Derksen op Zwarteweg 14 op zolder verborgen. Toen de Britten op 19 september de Britten een laatste poging deden om naar de Arnhemse brug door te stoten, werd Urquhart bevrijd.
Samen met zijn vrouw bekijkt Urquhart nog een keer de ruimte waarin hij verborgen heeft gezeten. Vanuit het raam had hij uitzicht op de achterzijde van het St Elisabeths Gasthuis, maar hij moest uiterst voorzichtig zijn naar buiten te kijken want de Duitsers stonden met hun tank bij hem voor de deur.
In 2012 maakte ik deze opname van de brandgang achter het huis waar Urquhart twee dagen verborgen heeft gezeten.
De bewoners vinden het nu niet meer wenselijk dat groepen mensen via de brandgang aan de achterkant van de huizen lopen om de achterzijde van Urquhart House te zien. Maar in 2012 was dat nog wel mogelijk. Toen waren de herinneringen aan generaal Urquhart nog meer aanwezig. De bewoners van destijds hechtten daar blijkbaar meer belang aan dan de huidige bewoners.
Onze groep tijdens de battlefield tour aan de achterzijde van het St Elisabeths Gasthuis, tegenover Urquhart House. In dit ziekenhuis werd ook generaal Hackett opgenomen nadat hij gewond was geraakt. In het Elizabeth Gasthuis werken Duitse en Britse medici naast en met elkaar. Ze helpen wie ze helpen kunnen. Het is duidelijk dat er prioriteiten moeten worden gesteld, kortweg: opereren alleen bij diegenen die serieuze overlevingskansen hebben. De omstandigheden waaronder wordt gewerkt zijn miserabel: te weinig licht, te weinig mensen en te weinig middelen. De Nederlandse verpleegsters doen wat ze kunnen en verzetten veel werk, samen met de Duitse en Britse medici. Operaties moeten soms onderbroken worden vanwege granaatvuur dat ook op het ziekenhuis terechtkomt. Een Duitse arts bepaalt dat John Hacketts buikverwondingen te ernstig zijn om te opereren en wil hem opgeven.
"Bij ons zeggen we in geval van Kopfschuss oder Bauchschuss: injectie toedienen en dat is 't", aldus de Duitse arts.
De Britse arts Lipmann Kessel daarentegen staat erop om te opereren en doet het ook: een zeer gecompliceerde operatie die hij uiterst kundig en succesvol uitvoert. Later hebben diverse artsen die Hackett onderzochten hun bewondering over deze operatie uitgesproken, zeker gezien de omstandigheden waaronder deze is uitgevoerd. Lipmann Kessel heeft hiermee het leven van John Hackett gered.
Tijdens zijn verblijf in het St. Elizabeth Gasthuis wordt John Hackett fictief gedegradeerd. Eerst van generaal naar majoor, later naar korporaal. Dit alles om te voorkomen dat de Duitsers doorkrijgen dat hier een brigadegeneraal ligt. Op een dag komt een Nederlander naar John Hackett toe en maakt duidelijk dat hij wil helpen met ontsnappen. Hij noemt zich Piet van Arnhem, maar heet in werkelijkheid Piet Kruijff. Piet van Arnhem en Blue Johnny werken samen om geallieerden te helpen ontsnappen. Zij weten Hackett met een ambulance het ziekenhuis uit te smokkelen. In Ede aangekomen gaat het bloeddoorweekte verband van Hacketts hoofd en wordt hij naar het huis van de familie De Nooij gebracht, waar ook brigadegeneraal Gerald Lathbury zich bevindt, die al eerder uit het St. Elizabeth Gasthuis is gesmokkeld. ijdens zijn verblijf in de Torenstraat heeft John Hackett alle tijd om bij te komen.
Hij went al snel aan het rustige dagritme en krijgt uitstekend te eten ondanks de voedselschaarste. Het is duidelijk dat de familieleden De Nooij alles uit de kast trekken om deze generaal zo goed mogelijk te verzorgen. Een eitje, een glas wijn, het behoort tot het dagelijkse menu. Hackett vult zijn dagen met rusten, en het lezen van de Bijbel en Engelse boeken die Anna hem gegeven heeft. Verder speelt Hackett af en toe een potje schaak met Johan (waar hij vrijwel altijd van verliest), en is bezig de Nederlandse taal te leren. Ook schrijft Hackett regelmatig brieven. Uiteindelijk weet Hackett met hulp van het verzet via de Biesbosch naar bevrijd gebied te ontsnappen. Lees het uitgebreide boeiende verhaal over generaal Hackett op de site van Platform Militaire Historie Ede.
Benedendorpseweg Oosterbeek
Dit is de Oude Kerk in Oosterbeek aan de Benedendorpseweg. In en rond deze kerk speelde zich het slotdrama af van de Slag om Arnhem. De brug bij Arnhem was verloren en de Britse Airbornes waren teruggedrongen in een uitstulping omringd door Duitse SS-divisies.
Toen de Airbornes werden teruggedrongen in de perimeter, werden rondom de Oude Kerk kanonnen opgesteld die vuurden op de Duitsers om ze van het lijf te houden.
De zwaar beschadigde Oude Kerk in Oosterbeek na de gevechten. Op de voorgrond achtergelaten Britse jeeps.
De zwaar gehavende Oude Kerk aan de Benedendorpseweg in Oosterbeek.
Rondom de kerk hadden de Britten kanonnen opgesteld ter verdediging.
De huizen aan de overkant van de Oude Kerk aan de Benedendorpseweg werden verwoest tijdens de gevechten.
Ook thans zijn nog sporen van de strijd zichtbaar in de muren van de verder weer opgebouwde huizen. Er zijn nog kogelgaten in de gevel te zien.
Op 20 september 1944 hebben de Duitsers zware aanvallen uitgevoerd op de Britten in de buurt van de Oude Kerk. Richard Lonsdale, een ervaren majoor die onder andere zijn sporen verdiend had tijdens gevechten op Sicilië, verzamelde zijn overgebleven manschappen bij de Oude Kerk en gebruikte deze als schuilplaats, verbandpost en hoofdkwartier. Terwijl het mortieren regende op en rond de kerk wist Lonsdale, hoewel zelf ook gewond geraakt aan zijn arm, hoofd, been en hand, zijn 400 mannen aan te sporen de Duitsers op afstand te houden. Zelfs toen door de Duitsers tanks werden ingezet om de kerk te veroveren wisten Lonsdale en zijn ‘Lonsdale Force’ deze lang genoeg op afstand te houden zodat vele Britse soldaten zichzelf in veiligheid konden brengen over de Rijn. Van de kerk was op dat moment weinig meer over.
Majoor Lonsdale voor de ingang van de Oude Kerk, voordat hij zijn manschappen zou toespreken.
Majoor Lonsdale tijdens zijn peptalk in de Oude Kerk. Zelf zwaar gewond spreekt hij zijn bij elkaar verzamelde manschappen, die de geschiedenis ingingen als 'Lonsdale Force' moed in. Uiteindelijk werd het gebied rondom de kerk zolang verdedigd tot de terugtocht over de Rijn in de nacht van 25 op 26 september 1944. Dit is overigens een scêne uit de film Theirs is the Glory, uit 1946, waarin de Britse militairen die twee jaar eerder vochten nogmaals acteerden.
Voor de film Theirs is the Glory heeft Lonsdale deze peptalk herhaald. Hierbij maakte hij gebruik van een spiekbriefje in de vorm van een kerkdeur waarop de rede is geschreven. Deze deur bevindt zich nu in het Airborne Museum Hartenstein.
Bij de oude kerk in Oosterbeek staat deze bank. De bank herinnert aan de Lonsdale Force die tijdens de Slag om Arnhem dit deel van de Oosterbeekse perimeter verdedigde.
Arnhem Oosterbeek War Cemetery
Aan het einde van de tour brengen we een indrukwekkend bezoek aan de Airborne War Cemetery in Oosterbeek. De officiële benaming is Arnhem Oosterbeek War Cemetery.
Ingang Airborne War Cemetery aan de Van Limburg Stirumweg.
Opname in de rechter kapel van de begraafplaats, waar zich het gastenboek en register bevinden.
Het kastje waarin het gastenboek en het register zich bevinden.
We krijgen toelichting over enkele graven. Dan komt het dichterbij.
Graf van Major Coke (rechts) en en zijn broer (links) Lees hier het indrukwekkende verhaal over Major Coke.
Een rij Poolse graven.
Cross of Sacrifice
Imposante luchtopname van de Airborne begraafplaats in Oosterbeek.
Sinds 1945 leggen de Oosterbeekse kinderen bloemen bij de graven tijdens de Airborne herdenking op de begraafplaats in september.