Op zaterdag 13 mei 2023 namen we deel aan battlefield tour Hell’s Highway. We volgden vanuit Eindhoven de route die het XXX legerkorps in september 1944 volgde over een smalle weg, een corridor, door vijandelijk gebied met als doel zo snel mogelijk de bruggen van Nijmegen en Arnhem te bereiken. Deze corridor ging via talrijke bruggen over de rivieren de Dommel en het Wilhelminakanaal. Het was de weg tussen Eindhoven en Nijmegen. De situatie was voor de dappere geallieerde soldaten zo verschrikkelijk dat deze weg de bijnaam Hell's Highway kreeg.
Hell's Highway is dus de bijnaam die de weg tussen Eindhoven en Nijmegen, een corridor door vijandelijk gebied, kreeg omdat de 101ste Airborne Division niet in staat was alle aanvallen van de Duitsers met zwaar geschut en tanks te weerstaan en de weg werd tot een hel. Vaak werd verdere doortocht doorbroken door hevige aanvallen en werd schade toegebracht aan manschappen en materieel. Dit vertraagde de geallieerde opmars wat mede een oorzaak zou blijken te zijn tot het mislukken van operatie Market Garden.
De bevrijding van Eindhoven op 18 september 1944. Niemand had gedacht dat er nog een bombardement van deze stad zou volgen de volgende dag.
Vanuit het bruggenhoofd aldaar kwamen de tanks van het XXX legerkorps in beweging en bereiken in de avond van 17 september Valkenswaard. Daar werd eerst halt gehouden want de instructie was niet bij donker te rijden, want de verlichting zou hun positie aan de vijand verraden.
De volgende dag werd Eindhoven bevrijd. Doch het grote feest van de bewoners van Eindhoven duurde maar kort, want de stad werd de volgende dag gebombardeerd door de Luftwaffe.
De Amerikaanse 101st Airborne Division had tot taak de flanken van de corridor te beveiligen op de route vanaf Eindhoven naar Son, Sint-Oedenrode en Best. Het landingsgebied Groesbeek was het gebied dat de Amerikaanse 82nd Airborne Division, bijgenaamd de All Americans, onder bevel van brigadegeneraal James Gavin, kreeg toegewezen bij operatie Market Garden. De dropzones bevonden zich bij Groesbeek, Overasselt en Grave. Het zwakke punt waren de talrijke bruggen die door de Duitsers werden opgeblazen en het taaie verzet die geboden werd. Bij Veghel en Sint-Oedenrode zetten de Duitsers zware tanks in. Langs de gehele route werden talrijke zware aanvallen uitgevoerd waardoor het XXX Corps telkens weer vertraging op liep. De Irish Guards was er op 10 september 1944 in geslaagd de Grote Brug bij Neerpelt in handen te krijgen. Deze actie werd geleid door Joe Vandeleur die de leiding had over het30ste legerkorps. De brug kreeg de naam Joe’s Bridge.
Guards tanks trekken over de Bailey brug in Son
Son
De brug bij Son over het Wilhelminakanaal werd op 17 september zwaar beschadigd. In de nabije omgeving, zoals de brug bij Breugelover het Wilhelminakanaal, waren de bruggen ook al opgeblazen door de Duitsers, waardoor de draaibrug van strategisch belang was. Toen de Amerikanen in de middag van 17 september rond 15:00 tot minder dan 100 meter genaderd, werd de Sonse brug ook door de Duitsers vernietigd. De middenpijler van de brug bleef echter intact en een provisorische reparatie kon snel geschieden. De volgende morgen omstreeks 6:15 had de Britse genie een baileybrug gereed die tanks kon dragen.
Deze foto nam ik van de Sonse brug op zaterdag 13 mei 2023.
Onze gids vertelt aan de oever van het Wilhelminakanaal zijn verhaal over de Duitse tegenreactie na de inname van de brug bij Son. De brug werd veroverd door het 506th Parachute Infantry Regiment van de 101st Airborne Division. Nadat de brug veroverd was zou het regiment doorstoten naar Eindhoven wat aan het einde van de eerste dag veroverd moest worden. De eerste van een grote reeks tegenslagen door de storende acties van de Duitsers was het opblazen van deze brug door de Duitse bewakers. Die maakten zich snel uit de voeten. Maar Major LaPrade legde zich niet zomaar bij de situatie neer, maar dook het kanaal in samen met een aantal mannen en vonden een roeiboot waarmee soldaten werden overgezet om een verdedigingslinie te vormen.
De mee gesprongen genisten van de 326th Airborne Engineers gingen direct aan het werk om een voetbrug te maken. Ze gebruikten daarvoor planken en ander bouwmateriaal dat door de lokale bevolking voor de Duitsers was verstopt en nu goed van pas kwam. Toen de gammele voetbrug af was stak het hele regiment bijna één voor één het kanaal over en ging op weg richting Eindhoven. Het was nu echter al zo laat geworden dat Colonel Sink, de commandant van het 506th, de aanval op Eindhoven uitstelde tot het weer licht werd.
Deze Panther tank op schaal heb ik in mijn collectie.
Diezelfde avond vielen vijf of zes Panther tanks van de Duitse Panzerbrigade 107 de brug aan en ze wisten via een smal pad langs het kanaal tot op 50 meter van de brug door te stoten. Een 57mm anti-tank kanon van B-Battery van het 81ste AA/AT bataljon was net op tijd van het landingsterrein achter een jeep aan getrokken en raakte de voorste Panther. Deze vloog in brand en blokkeerde de weg voor de andere tanks, die moesten achteruit weer terug. De brug is gered.
Son 17 september - Kort na hun landing verzamelen de mannen van het 506th Regiment van de 101st Airborne Division zich aan de rond van het Sonse bos. Linksvoor zit sergeant Joe Crawford.
Son, 18 september. Aan de Markt op een boerenerf verzamelen de soldaten van de 101st de krijgsgevangen gemaakte Duitse militairen.
Best
Vervolgens rijden we naar Best. Tijdens de gevechten om Hell's Highway werden hier de twee onderscheidingen Medal of Honor postuum uitgereikt aan Robert Cole en Joe Mann. De enige die in de oorlog werden utgereikt binnen de 101st Airborne Division.
Robert cole
We bezochten het Robert Cole monument aan de Schietbaanlaan in Best.
Robert George Cole (San Antonio (Texas), 19 maart 1915 – Best, 18 september 1944) was luitenant-kolonel in het Amerikaanse leger. Hij kreeg de Medal of Honor voor zijn inzet in de dagen na D-Day tijdens de invasie in Normandië.
Op 17 september 1944 om 13.24 uur landden de eerste parachutisten van de 502nd PIR op dropzone B bij Son, als onderdeel van Market Garden.Cole's derde bataljon had een relatief makkelijke opdracht: de drop- en landingzone te beschermen voor de landingen die de komende dagen nog zouden volgen. Binnen 14 minuten na de landing werd H Company 502nd versterkt met een peloton van de 326th Airborne Engineers Battalion en een machinegeweer team van het Hoofdkwartier er op uitgestuurd om de brug bij Best veilig te stellen.
Binnen een paar uur had Cole zijn bataljon in stelling gebracht. Rond 18.00 uur kwamen er radio berichten binnen dat H-Company in de problemen was gekomen. Best werd sterker verdedigd dan van tevoren was bedacht met ruim duizend soldaten en diezelfde dag kwamen er nog versterkingen in de vorm van de 59th en 245th divisie en twee SS politiebataljons. Met ondersteuning van diverse 8,8cm- en 2cm-geschutstukken. H Company had zich moeten terugtrekken. Cole besloot direct zijn hele bataljon in de richting van Best te sturen. Op een kilometer verwijderd van Best, ter hoogte van de Schietbaanlaan, kwamen zij onder hevig Duits artillerie- en mortiervuur te liggen. Cole had moeite om zijn bataljon in positie te krijgen, de opmars werd gestaakt en zij begonnen zich aan de rand van het bos in te graven.
De 502nd PIR in de bossen bij Best.
Gedurende de nacht werden er patrouilles op uitgestuurd om H Company te lokaliseren. In de vroege ochtend van de 18de werden zij gevonden en sloten zij zich aan bij de verdedigingslinie van het derde bataljon. Captain Jones van H Company had zijn 2de peloton, waaronder Joe Mann, op de 17de naar de brug bij Best gezonden, maar hij had sindsdien niets meer van hen vernomen (hun radio was beschadigd geraakt door scherven van een granaat).
Vanwege het aanhoudende artilleriegeschut trok het 3de bataljon zich verder terug in de bossen. Het tweede bataljon werd aan hun rechterzijde geplaatst en zou later in de ochtend een aanval inzetten op Best langs hun front. Ook de Duitse verdediging in Best ontving wederom versterking in de vorm van de 428st Flak Abteiling met nog eens zes extra 8,8cm-geschutstukken en nog eens 900 man uit diverse regimenten.
De aanval van het 2de bataljon werd door de Duitsers afgeslagen, waarbij zij 20% van hun aantallen verloren, en zij trokken zich gestaag terug door de linie van het derde bataljon. Door de mislukte aanval van het 2de bataljon ontstond er een groot gat in de verdediging van de drop- en landingzone.
Ook de linie van Cole's bataljon had zich door het aanhoudende artillerievuur breed verspreid, waardoor kleine groepen Duitsers dichtbij de verdedigingslijnen van de 502nd konden komen.
Robert Cole besloot een luchtaanval aan te vragen om de Duitsers enigszins terug te dringen. Er stond om 13.00 uur een Gliderlanding gepland en deze werd beschermd door een aantal P-47 Thunderbolts. Zijn radio operator en beste vriend Tech/5 Robert E. Doran belde het verzoek in. Cole verliet hun schuttersput om zijn beslissing te delen met Majoor John Stopka. Hij was nog maar net weg toen vlakbij een mortier insloeg en Robert Doran op slag doodde. Cole kwam kort daarna terug en moest het bloed van zijn beste vriend van de radio afvegen, die gelukkig nog werkte.
Om 13.30 uur kwamen er vijf P-47's boven het gebied, maar zij schoten per ongeluk allereerst op de Amerikaanse lijnen. Majoor Stopka die dichtbij de rand was begon direct met andere soldaten oranje panelen te plaatsen in het weiland voor de bosrand. Cole riep Stopka terug en stapte zelf het weiland in om de panelen te positioneren. Het signaal kwam over en de P-47's begonnen zich te richten op de Duitse linie. Een van de vliegtuigen maakte een ronde over het veld. Cole keek de lucht in en hield zijn hand boven zijn ogen om het vliegtuig te zien. Op dat moment werd er een schot gelost, uit een boerderij aan de Sonseweg op een afstand van zo'n 325 meter. Cole werd in de zijkant van zijn hoofd geraakt en was op slag dood.
Joe Mann
Joe E. Mann, Pfc, Company H, 502nd Parachute Infantry, 101st Airborne Division, Best, Holland, September 18, 1944. Ook Joe Mann kreeg een Medal of Honor vanwege zijn moed. Hij wierp zich op een Duitse handgranaat om zijn maten van een wisse dood te redden tijdens de strijd om de brug over het Wilhelminakanaal bij Best.
Nadat de Amerikaanse parachutist Joe E. Mann van de Amerikaanse 101e Airborne Divisie op 19 september 1944 sneuvelde bij de verovering van een brug over het Wilhelminakanaal in Best werd hij begraven op de militaire begraafplaats "Wolfswinkel" in Son.
Op 8 juni 1949 werd hij met militaire eer herbegraven op het kerkhof "Greenwood" in Spokane in de V.S. . Slechts een eenvoudige steen siert zijn graf.
Meer informatie op de site Dye van Best
Joe Mann monument
Op een bordje bij het Monument staat:
In de directe omgeving van de plaats waar Joe Mann op 19 september 1944 sneuvelde, werd in 1984 deze gedenksteen onthuld.
De Amerikaanse parachutist Joe Mann was betrokken bij de verovering van de brug over het Wilhelminakanaal. Hij redde het leven van zijn kameraden, door de explosie van een granaat met zijn rug op te vangen. Voor deze daad kreeg hij postuum de hoogste Amerikaanse militaire onderscheiding: de "Medal of Honor"
Black Friday in Veghel
Uitgeschakelde Britse Firefly tank.
Vrijdag, 22 september 1944 was het toneel van hevige gevechten in het gebied bij Ham, Havelt en Mariaheide bij Veghel. Het lukte de Duitse Brigade (eenheden van de 107e tankbrigade, die waren ondergebracht bij “Kampfgruppe Walther”) voor het eerst om de geallieerde Corridor sinds de start van Operatie Market Garden af te snijden door met diverse eenheden aan te vallen vanuit Erp op de bruggen in Veghel. Deze zwarte dag is de boeken ingegaan als “Black Friday”. Naar verluid gingen in dit gebied bijna alle boerderijen in vlammen op.
Zware gevechten in en rond Veghel.
We zijn in Veghel en horen over de gebeurtenissen op 22 september 1944. Die datum is de geschiedenis ingegaan als ‘Black Friday’. De gevechten rond ‘Hell’s Highway bereiken een dieptepunt. Nergens op de route liggen zoveel bruggen als bij Veghel. Model wil deze kwetsbare bruggen vernietigen om de geallieerde opmars naar Nijmegen te stuiten. Model’s plan slaagt. De Duitsers doorbreken de Corridor bij Mariaheide en bij Eerde. Het verkeer op Hell’s Highway komt stil te liggen. De Amerikanen en Britten bevinden zich in een benarde positie. De vele Duitse aanvallen op Veghel worden door de Amerikanen en Britten afgeslagen. Ze weten de Corridor bij Mariaheide zelfs te openen. Uit Uden rukken Britse tanks op naar Volkel. Kampfgruppe Walther is bang om ingesloten te worden. De Duitsers zien geen andere mogelijkheid dan de terugtocht. Het strijdtoneel op het Havelt is voorbij. Als de bewoners uit hun schuilplaatsen komen, ontdekken ze de verwoesting. Brandende huizen, dode beesten en omgeploegde velden en wegen. De Duitsers zijn verdreven, maar de schade is enorm. De aanval van Kampfgruppe Walther op de ‘Engte van Veghel’ blijkt noodlottig voor operatie Market Garden. De slag om Arnhem mislukt.
Geallieerde voertuigen proberen over één van de bruggen bij Veghel te rijden terwijl de Duitsers proberen het verkeer tegen te houden.
Onze gids vertelt over de aanvallen door Duitse eenheden van kampfgruppe Walther in en rond Veghel.
Waar wij staan reed een Duitse Panther tank achteruit tussen de huizen door en schampte hierbij een muur van een van de huizen. De schade is nog duidelijk te zien.
De Duitse Panther tank schuurde langs deze muur waarvan de sporen nog steeds zichtbaar zijn.
Hier luisteren we naar het verhaal over de zware gevechten in en rond Veghel. Waar we hier staan reden destijds de zware Duitse Panther tanks. Audiospot Een Duitse dollemansrit
Eerde
Geronimo monument
In Eerde bezoeken we het Geronimo monument. Dit monument werd in 1981 opgericht ter nagedachtenis aan het 501ste Parachutistenregiment van de 101e Airborne Divisie, bijgenaamd GERONIMO-Regiment. Dit regiment landde op 17 september 1944 voor het overgrote deel in Eerde.
Onthulling van het Geronimo monument door Jack Thornton in 1981.
Sint-Antonius molen
Deze foto nam ik van de molen in Eerde. In deze molen sneuvelde sergeant Jacob Wingard. Hij gaf vanuit de Eerdse molen aanwijzingen voor de mortieren. Op 18 september 1944 werd hij dodelijk getroffen door een kogel van een Duitse sluipschutter. De kogel is nog steeds zichtbaar in de Eerdse molen. In 2011 werd de molen gerestaureerd en herbergt nu de "Geronimo Museum" als eerbetoon aan de sergeant. De molen en het Geronimo monument staan vlak bij elkaar.
Jacob Wingard
Jacob Wingard is begraven op de Amerikaanse begraafplaats Margraten.
Soldaten van het 501ste Parachutistenregiment van de 101e Airborne Divisie, bijgenaamd GERONIMO-Regiment, bij de Eerdse molen in september 1944.
Plaquette op de muur bij de molen van Eerde.
Op 13 mei 2023 nam ik deze foto van de kerktoren van Antonius Abt in Eerde. De kerktoren is inmiddels in oude luister hersteld.
Koevering Sint-Oedenrode
Amerikaanse soldaat met Nederlandse burgers die blij zijn met hun bevrijder bij Sint-Oedenrode.
De bevolking van Sint-Oedenrode is blij met de bevrijders!
Tenslotte rijden we naar het buurtschap Koevering bij Sint-Oedenrode. Daar staan we op een smalle weg met daarlangs een greppel, geflankeerd door bedrijfspanden. Op deze locatie is de bekende foto gemaakt van Britse voertuigen die onder zwaar vuur lagen en in een greppel zijn gereden.
De opmars van het Britse 30e Legerkorps om de bruggen te zekeren die waren veroverd door de luchtlandingstroepen, stuitte op hevig Duits verzet. Het 30e Legerkorps onder leiding van luitenant-generaal Brian Horrocks, begon zijn aanval in de morgen van 17 september vanuit een klein bruggenhoofd aan het Maas-Schelde kanaal in België. In het begin liep de opmars voorspoedig. Het eerste doel was om de luchtlandingstroepen bij Eindhoven te ontzetten, wat lukte op de eerste avond. Het ontzetten van de luchtlandingstroepen bij Arnhem zou op zijn laatst vier dagen later moeten plaatsvinden.
Bij het dorp St. Oedenrode stuitten de geallieerden op felle Duitse tegenaanvallen, in een poging om de doorgang naar het noorden in de richting van Nijmegen en Arnhem te doorsnijden. Dagenlang lag de brug over de Dommel onder vuur.Van 24 tot 26 september 1944 vond er een bloedige veldslag plaats in de heuvels rond Koevering en Eerde, twee gehuchten bij St. Oedenrode. Het Duitse Jungwirth bataljon slaagde er hier in de geallieerde opmars bijna 40 uur tot staan te brengen. Het resultaat was dat belangrijke versterkingen in Brabant bleven steken. De weg werd uiteindelijk op 26 september heroverd. Op die zelfde dag besloten de Britten hun troepen uit Oosterbeek bij Arnhem te evacueren. Het gewaagde plan om Noord-Duitsland te veroveren via de Nederlandse rivierbruggen ging niet door. Operatie Market Garden was mislukt.
Toen & Nu foto van de Koevering.