Op zaterdag 13 september 2014 nam ik deel aan de battlefield tour "Sporen van de Slag om Arnhem" met de Vrienden van het Airborne Museum te Oosterbeek. Het was een tour langs een aantal plaatsen die van groot belang waren tijdens de Slag om Arnhem van 17 t/m 26 september 1944. Hoewel deze plaatsen reeds eerder zijn bezocht tijdens eerdere tours, was het toch nuttig om tijdens deze tour ervaringen uit te wisselen en stil te staan bij de vraag hoe het toch kwam dat deze operatie zo vreselijk mis is gegaan.

Onze gidsen van deze tour kijken of alle deelnemers er zijn. Links Wybo Boersma van de Guild of Battlefield Guides, voormalig directeur van het Airborme Museum en Jaap Korsloot.

Van vliegvelden in Engeland werden de Horsa gliders met de 1st Airborne Division door de militaire versie van de Dakota, de C-47 Skytrain, de lucht ingetrokken op weg naar de landingszones bij Arnhem, 17 september 1944

Na de landing liggen de gliders overal verspreid op de heide

Direct na de landing wordt het materieel aan boord van de glider uitgeladen om snel ingezet te worden

De landing van een Horsa glider

De heide bij Wolfheze

We begonnen de tour bij de mooie bloeiende heide bij Wolfheze. op het punt waar we stonden landden op 17 september 1944 de gliders op landingszone 'Z'. vandaar kon je ook de droppingszone 'X' zien, ook bij Wolfheze, ten zuiden van de spoorlijn Arnhem-Ede. Men koos voor een aantal dropping- en landingzones ten westen van Arnhem, 10 tot 15 kilometer van het doel. Op deze terreinen landde de gehele 1e Britse Airborne divisie en de 1st Polish Independent Parachute Brigade.

Britse parachutisten met glider op de heide bij Wolfheze

Britse parachutisten met een glider op de achtergrond op de heide bij Wolfsheze

Dat men niet kon landen bij het hoofddoel, de Rijnbrug bij Arnhem, was in feite al een groot minpunt van deze hele operatie. Terwijl er toch nog een behoorlijke afstand moest worden afgelegd van de landingsterreinen naar de brug, viel het verrassingseffect weg en zagen de Duitsers kans zich te hergroeperen en de weg naar de brug af te snijden. Punt was dat het terrein rond de brug ongeschikt was bevonden voor landingen, vanwege dichte bebossing, veel Duits luchtdoelartillerie FLAK en veel sloten in het gebied aan de zuidkant van de Rijnbrug. Maar ook in het voordeel van de vijand en dus in het nadeel van de geallieerden was dat er niet voldoende vliegtuigen en bemanningen beschikbaar waren om de divisie in n keer te vervoeren. Dus werden de landingen over drie dagen verdeeld.

Landing- en droppingzones

Er vonden zowel landingen van zweefvliegtuigen (gliders) als dropping van parachutisten plaats. In de gelederen van de geallieerden keken de parachutisten enigszins neer op de soldaten die per glider werden aangevoerd. Dat beeld is toch wel bijgesteld toen men zag onder welke omstandigheden de gliders landden en hoe de inzittenden zich moesten verdedigen tegen de vijand. Ook waren een gliders die crashten.

De landingsterreinen werden aangeduid met een letter.

      X  Droppingzone bij Wolfheze, ten zuiden van de spoorlijn   Arnhem-Ede.

      Z  Landingzone ten westen van Wolfheze.

      S  Landingzone Reijerskamp, ten noorden van de spprlijn Arnhem-Ede.

      Y  Droppingzone ten oosten van Ede, de Ginkelse Heide.

      K  Droppingzone ten zuiden van de Rijnbrug.

      L  Landingzone op het landgoed Papendal, ten zuiden van de verkeersweg Ede-Arnhem.

      Y  Droppingzone voor de bevoorrading.

Een jeep rijdt uit een glider nadat de neus is weggedraaid

Omdat er niet voldoende vliegtuigen en bemanningen beschikbaar waren om een divisie in n keer te vervoeren, werden de landingen over drie dagen verdeeld.

      Op 17 september 1944 kwamen twee brigades naar Arnhem:

Op 'X' de 1e Parachutistenbrigade bestaande uit het 1e, 2e en 3e Parachutistenbataljon.

Op 'S' de 1st Airlanding Brigade, bestaande uit het 7th Battalion 'The Kings Own Scottish Borders' (7 KOSB), de 2nd Battalion 'The 'South Staffordshire Regiment' (2 South Staffords) en de 1st Battalion 'The Border Regiment' (1 Border).

Op 'Z' de divisiestaf.

      Op 18 september 1944 landden de 4e Parachutistenbrigade en eenheden die op zondag niet geland waren.

Op 'Y' de 4e Parachutistenbrigade, bestaande uit het 10e, 11e en 156e Parachutistenbataljon.

Op 'X' de gliders met materiaal van de 4e Parachutistenbrigade.

Op 'S' en 'Z' gliders die de eerste dag niet geland waren en de rest van het 2nd Battalion 'The South Staffordshire Battalion'.

      Op 19 september 1944 vond de landing plaats van de 1st Polish Independent Parachute Brigade op 'K', terwijl het materieel aangevoerd met gliders landde op 'L'. De landing van 27 van de 35 Poolse gliders vond plaats tussen de Duitse en Britse linies.

De duiker bij Wolfheze

Van de heide bij Wolfheze reden we langs het station en de spoorlijn langs de Johannahoeveweg ten noorden van de spoorlijn. We stapten uit en liepen het laatste gedeelte evenwijdig aan de spoorlijn tot we bij de duiker onder de spoorlijn Arnhem-Ede. Hier hoorden we over de opmars van het 1e Airborne Reconnaissance Squadron op 17 september 1944. De duiker was een smal en laag stenen tunneltje dat onder de spoorlijn van Arnhem naar Ede doorliep. Hier liepen mannen van de 1st Airborne in een hinderlaag van de SS Krafft Battalion op 17 september 1944 met uitzicht op de plek waar kapitein Lionel Queripel door zijn optreden het Victoria Cross kreeg op 19 september. Het werd gebruikt door elementen van het 4de Parachute Brigade om zich terug te trekken uit hun stelling ten noorden van de spoorlijn op 19 en 20 september 1944. Het merendeel van de transporten ging via de spoorwegovergang in Wolfheze, en soms werd zelfs geprobeerd de steile taluds op te rijden. Echter bleek dat de duiker kon worden gebruikt door jeeps door lucht uit de banden te laten lopen. Eenmaal aan de andere kant konden de mannen hun weg vervolgen naar de perimeter van Oosterbeek.

Lopend richting het pad naar de duiker onder de spoorlijn bij Wolfsheze zag ik dit woonhuis waar deze mooie airborne vlag uit hing.

De duiker onder de spoorlijn Ede-Arnhem bij Wolfheze. Hier liepen mannen van de 1st Airborne in een hinderlaag van de SS Krafft Battalion op 17 september 1944.

Uitzicht op de plek waar kapitein Lionel Queripel door zijn optreden op 19 september 1944 het Victoria Cross kreeg.

Ginkelse Heide

Bij het airborne monument aan de rand van de Ginkelse Heide, ter hoogte van de Schaapskooi, aan de Verlengde Arnhemseweg te Ede, vertelde onze gids over de gebeurtenissen op de Ginkelse Heide.

Panoramafoto van het monument en de Schaapskooi op de Ginkelse Heide.

Op 17 september 1944 rond 13.00 landde het Schotse 7th Battalion The King's Own Scottish Borderers (KOSB) met 700 man in 45 gliders op landingzone 'S' bij de Rijerskamp, ten noord-westen van Wolfheze. Het bataljon onder bevel van luitenant-Kolonel Payton-Reid had opdracht de Ginkelse Heide te verdedigen. Daar zou de volgende dag de Britse 4th Parachute Brigade van Brigade-Generaal Hackett landen. Tegen de avond trok het bataljon richting Ede en nam stellingen in langs de westelijke, zuidelijke en oostelijke rand van de heide.

Het Airborne monument op de Ginkelse Heide

Deze tekst staat op de plaquette bij het Airborne monument op de Ginkelse Heide

De A compagnie nam stelling langs de Amsterdamseweg bij caf 'Planken Wambuis'. Hier werden al snel ongeveer 20 Duitse militairen die zich in een Rode Kruis auto verplaatsten, gevangen genomen. Het 4e peloton van luitenant Strang, met een 6-ponder antitank kanon, begaf zich meer naar het westen en betrok een stelling bij de bosrand, oost van herberg de Zuid Ginkel, langs de rijksweg. De B-compagnie nam posities in langs de noordoostelijke rand van de Sijsselt, dat was de westrand van de Ginkelse Heide. De C-compagnie groef zich in ten zuiden van de B-compagnie langs dezelfde bosrand tot aan de spoorlijn. Zowel B als C compagnie patrouilleerden veelvuldig richting de Edese kazernes om de Duitsers in het ongewisse te houden over de geallieerde bedoelingen. De D en S compagnie en het bataljonshoofdkwartier gingen in stelling langs de zuidzijde van de heide bij de huidige A-12, die in 1944 nog in aanleg was. D-compagnie fungeerde als reserve.

Landing van de Britse para's op de Ginkelse Heide

De landing van de 4e Parachutistenbrigade op de Ginkelse Heide. Kapitein Booty had een camera bij zich en nam deze foto op 18 september 1944.

Duitsers schieten op de neerkomende Britse para's op de Ginkelse Heide

Gelande parachutisten leggen hun uitrusting op een wagentje die gecharterd is door burgers

In opdracht van Rauter kwamen vanuit het concentratiekamp Amersfoort in de loop van de middag en avond eenheden van het 3e No. 2 (Dutch) Troop van No. 10 Inter Allied Commando, Adriaan Beekmeier.' onder bevel van Sturmbahnf hrer Helle in Ede aan. Dit voornamelijk Nederlandse bataljon met Duitse officieren en kaderleden telde ongeveer 750 man. Rauter was tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland de hoogste vertegenwoordiger van de SS, en als zodanig hoofdverantwoordelijke voor vervolging en onderdrukking van het Nederlandse verzet en medeverantwoordelijke voor de deportatie van de Nederlandse Joden. Na de oorlog werd hij ter dood veroordeeld en geexecuteerd.

Luchtfoto van de Ginkelse Heide. Deze foto is enkele ogenblikken voor de luchtlanding genomen. De heide is door mortiervuur in brand geschoten

30 man van het  'Jagdkommando' kwamen in Ede. Onder leiding van Oberscharrf hrer Sakkel gingen ze op de fiets richting Planken Wambuis. Ze werden bij de herberg Zuid Ginkel onder vuur genomen door het peloton van luitenant Strang. Er vielen veel doden en gewonden. De meeste overlevenden sloegen op de vlucht. Ook het Duitse 4e compagnie van Hauptsturmf hrer Bartsch kreeg bevel langs dezelfde weg op te rukken, maar deze opmars werd eveneens door het 4e peloton van luitenant Strang gestuit. Beide Duitse compagnie n zaten vervolgens vast in de omgeving van herberg 'De Zuid Ginkel'. Gedurende de nacht hielden de Schotten met lichtkogels de heide verlicht. De Duitsers zetten pantserwagens met zoeklichten in. Om omsingeling te vorkomen moest het 4e peloton zich terugtrekken richting Planken Wambuis, waarbij luitenant Strang gewond raakte. Het kanon werd achtergelaten. Bij 'Planken Wambuis' ontstonden opnieuw gevechten, waarbij aan Duitse zijde zware verliezen werden geleden Op deze positie bevond zich ook de bij de KOSB ingedeelde Nederlander van No. 2 (Dutch) Troop van No. 10 Inter Allied Commando, Adriaan Beekmeier. Hij ondervroeg de krijgsgevangenen en ontdekte tot zijn ontzetting dat dit meest Nederlandsers waren. Het gaat dus om de strijd om de bosrand van de Ginkelse Heide in bezit te krijgen om de landing van de 4e Parachutistenbrigade op 18 september mogelijk te maken. De gevechten tussen de Britten en Schotten gaan over en weer. De Britten wisten niet dat de landing op 18 september om 10.00 was uitgesteld tot 15.00 uur vanwege slecht weer in Engeland. Het 3e peloton van de 21ste Independent Parachute Company legde volgens plan om 09.00 uur de witte markeringslappen 'Y' uit om de droppingszone aan te geven en een 'T' zodat men vanuit de lucht de windrichting kon bepalen. De groene rookpotten werden achter de hand gehouden.

In de loop van de ochtend van maandag 18 september ontstond er een gevechtspauze op en rond de heide. De Schotten wachtten op de komst van de 4e Parachutistenbrigade en de Hollandse SS staakte tijdelijk haar aanvalsacties. Door de Duitsers werden meer troepen aangevoerd. Deze waren samengevoegd in drie Kampfgruppen, die tussen Wageningen en Ede als 'Westgruppe' tegen de Britse troepen werden ingezet. De eenheden die bij de Ginkelse Hide in gevecht waren met de King's Own Scottish Borderers, werden onder bevel gesteld van Oberst Knoche en vormden met de daaraan toegevoegde 7e en 8ste compagnie van Wehrmacht Sicherungsregiment 26 de 'Kampfgruppe Knoche'

King's Own Scottish Borderers (KOSB)

Vlak voor de dropping van de 4e Parachutistenbrigade laaiden de gevechten weer op. De Duitsters lanceerden vanuit het bosgebied west van de Eder Heide met de 7e en 8ste compagnie een aanval in zuidoostelijke richting naar de nieuwe Rijksweg. Hierbij raakten zij in gevecht met de B compagnie van de KOSB. In de zuidoosthoek van de heide probeerde de S compagnie van Major Hill nog voor de landingen de bossen van de vijand te zuiveren. Het kwam tot felle man tegen man geveechten, waarbij bajonetten, messen en pionierschoppen werden gebruikt. Majoor Hill snevelde, toen hij de trac van de A-12 in aanleg overstak. Inderdaad vond rond 15.00 uur de dropping plaats van 1900 parachutisten van de 4e Parachutistenbrigade op de droppingszone 'Y'. Ze werden aangevoerd met 121 Dakota's. In de militaire uitvoering werden deze Skytrain genoemd. De para's werden van diverse kanten door de Duitsers onder vuur genomen. Ze kwamen terecht tussen de Duitse posities en Duitsers werden ineens omringd door Britten. Chaos alom.

Brigadier Hackett on the radio

De staf van de 4e Parachutistenbrigade had haar verzamelpunt bij de schaapskooi. Toen brigadier Hackett hier arriveerde had hij al vijf SS'ers gevangen genomen. Op het verzamelpunt kreeg Hackett bezoek van luitenant-kolonel Mackenzie van de staf van de 1e Airborne Divisie, die hem de situatie uitlegde.

Luitenant Patrick Wallace Alexander Mackey, ook bekend als Pat, was een Britse soldaat die diende bij het 10e Parachutistenbataljon tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij maakte deel uit van de 1st Airborne Division en nam deel aan Operatie Market Garden in september 1944. Lt. Mackey werd gedood op 18 september 1944 tijdens een aanval op een Duits machinegeweer bij het Zuid-Ginkel Restaurant in Ede. Hij ligt begraven op de Algemene Begraafplaats in Ede, Nederland.

De strijd om de Rijnbrug in Arnhem

Staande op de Rijnbrug bij Arnhem, thans John Frostbrug geheten, maakte ik deze opname. Rechts de toren van de Eusebiuskerk.

De John Frostbrug te Arnhem

Wrakstukken van het 9e SS verkenningsbattalion dat terugkeerde uit Nijjmegen. Het probeerde de brug over te denderen, maar werd vernietigd: zo'n 70 Duitsers kwamen om. Opname uit de film A Bridge too Far uit 1977

Onze gids Wybo Boersma vertelt over de strijd bij de brug te Arnhem

John Dutton Frost was een vooraanstaande Britse militair die bekend stond om zijn rol tijdens de Tweede Wereldoorlog, met name in de Slag om Arnhem. Frost werd geboren op 31 december 1912 in Poona, India en had een opmerkelijke militaire carrière die meerdere decennia besloeg.

Frost ging in 1932 bij het Britse leger en diende in verschillende functies, waaronder bij de Cameronians (Schotse Rifles) en de Special Air Service (SAS). Hij werd bekend tijdens de Bruneval Raid in 1942, waar hij een succesvolle operatie leidde om een Duitse radarinstallatie in Frankrijk te veroveren.

Frost is echter het meest bekend om zijn leiderschap tijdens Operatie Market Garden in september 1944. Als luitenant-kolonel voerde hij het bevel over het 2e bataljon van de 1e Parachutisten Brigade. Zijn bataljon slaagde erin om het noordelijke uiteinde van de brug bij Arnhem te veroveren, maar ze werden uiteindelijk overweldigd door Duitse troepen.

Frost bleef tot zijn pensioen in 1968 in dienst van het Britse leger en bereikte de rang van generaal-majoor. Hij overleed op 21 mei 1993 in West Sussex, Engeland.

Kampfgruppe Brinkmann was een Duitse militaire eenheid die betrokken was bij de Slag om Arnhem tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze slag was onderdeel van Operatie Market Garden, een geallieerde operatie gericht op het veroveren van belangrijke bruggen in Nederland om op te rukken naar Duitsland. Kampfgruppe Brinkmann speelde, samen met andere Duitse eenheden, een belangrijke rol in de verdediging van de brug bij Arnhem tegen de Britse 1st Airborne Division.

De eenheid werd ondersteund door tanks van de Panzer Compagnie 'Mielke,' waaronder verschillende Panzer III en IV tanks. De felle verdediging door Kampfgruppe Brinkmann en andere Duitse eenheden leidde er uiteindelijk toe dat de Geallieerden er niet in slaagden de brug bij Arnhem veilig te stellen, wat resulteerde in een strategische overwinning voor de Duitsers.

St Elisabeth's Gasthuis Arnhem

Tijdens de Slag om Arnhem speelde het St. Elisabeth's Gasthuis een cruciale rol. Het ziekenhuis bevond zich midden in het oorlogsgebied van 17 tot 19 september 1944. Terwijl buiten de muren hevige gevechten plaatsvonden tussen Britse en Duitse troepen, werkten binnen de muren Nederlandse, Duitse en Engelse artsen samen om gewonde soldaten te behandelen.

Het ziekenhuis wisselde tijdens de slag meerdere keren van eigenaar. Op 17 september was het in handen van de Britten, maar de volgende ochtend werd het heroverd door de Duitsers. Op 19 september heroverden de Britten het ziekenhuis, maar later die dag werden ze definitief teruggedreven door de Duitsers. Ondanks de gevechten bleef het medisch personeel onverstoord doorgaan met het redden van levens.

Generaal John 'Shan' Hackett speelde een opmerkelijke rol tijdens de Slag om Arnhem. Op 24 september 1944 raakte hij zwaargewond door een mortiergranaat in Oosterbeek. Hij werd overgebracht naar het St. Elisabeth's Gasthuis in Arnhem, dat op dat moment in Duitse handen was.

Hackett werd behandeld door de Britse arts Lippman-Kessel, die samenwerkte met de Duitse SS-arts Dr. Egon Skalka. Ondanks de ernstige verwondingen aan zijn buik, overleefde Hackett de operatie. Met behulp van het Nederlandse verzet wist Hackett uiteindelijk te ontsnappen uit het ziekenhuis en terug te keren naar Engeland.

Het verhaal van zijn ontsnapping is een voorbeeld van de moed van het Nederlandse verzet en de samenwerking tussen verschillende partijen tijdens de oorlog.

Deze foto maakte ik van het St Elisabeth's Gasthuis aan de Utrechtseweg in Arnhem

Plaquettes in de hal van het voormalige St. Elisabeth's Gasthuis. Thans is het omgebouwd tot appartementencomplex

Brigadier Shan Hackett (midden) metField Marshal Montgomery enGeneraal Roy Urquhart aan de vooravond van Operation Market Garden

Urquhart House Zwartwaterseweg 14 Arnhem

Het huis van generaal Roy Urquhart, gelegen aan de Zwarteweg 14 in Arnhem, speelde een belangrijke rol tijdens de Slag om Arnhem in de Tweede Wereldoorlog. Op 17 september 1944 zat generaal-majoor Roy Urquhart, bevelhebber van de 1e (Airborne) Divisie, samen met twee metgezellen vast in dit huis. Ze bleven daar tot ze in de ochtend van 19 september werden “bevrijd” door mannen van de 2nd South Staffs.

Tegenwoordig is het huis privébezit, maar een plaquette op de muur herinnert aan het historische belang ervan. Bezoekers kunnen nog steeds door de steegjes achter het huis dwalen, net zoals Urquhart deed tijdens die gespannen dagen.

De generaals Hacks en Hicks

Links generaal Hacket en boven generaal Hicks

Generaal John Hackett en Generaal Hicks speelden beide belangrijke rollen tijdens de Tweede Wereldoorlog, vooral tijdens Operatie Market Garden.

Generaal John Hackett:

  • John Winthrop Hackett, geboren op 5 november 1910 in Perth, Australië, was een Britse brigadegeneraal.

  • Hij leidde de 4e Parachutistenbrigade tijdens Operatie Market Garden in september 1944.

  • Hackett raakte zwaargewond tijdens de gevechten in Oosterbeek en werd naar het Sint Elisabeths Gasthuis in Arnhem gebracht. Dankzij het Nederlandse verzet werd hij uit het ziekenhuis gesmokkeld en ondergedoken in Ede.

  • Na de oorlog bleef Hackett actief in het leger en schreef hij verschillende boeken over militaire strategie en geschiedenis.

Generaal Hicks:

  • Generaal Hicks was een Amerikaanse generaal die ook betrokken was bij Operatie Market Garden.

  • Hij diende als commandant van de 101e Luchtlandingsdivisie, een cruciale eenheid tijdens de operatie.

  • Hicks en zijn troepen speelden een belangrijke rol bij het veiligstellen van bruggen en wegen om de opmars van de geallieerde troepen te ondersteunen.

Beide generaals worden herinnerd om hun moed en leiderschap tijdens een van de meest ambitieuze militaire operaties van de Tweede Wereldoorlog.

Tijdens de Slag om Arnhem, een cruciaal onderdeel van Operatie Market Garden in september 1944, ontstond er een conflict tussen generaal 'Pip' Hicks en generaal Shan Hackett. Generaal Hicks had tijdelijk het bevel over de gehele Airborne Divisie op zich genomen, omdat de oorspronkelijke bevelhebber, generaal Roy Urquhart, vermist was geraakt.

Toen generaal Hackett op 18 september 1944 landde met zijn 4th Parachute Brigade, ontdekte hij dat Hicks een van zijn bataljons zonder overleg naar Arnhem had gestuurd. Dit leidde tot grote frustratie en boosheid bij Hackett.

De perimeter van Oosterbeek

De perimeter van Oosterbeek was een hoefijzervormige verdedigingslinie rondom Oosterbeek tijdens de Slag om Arnhem in de Tweede Wereldoorlog. Britse en Poolse troepen werden teruggedrongen naar deze linie en hielden negen dagen stand onder voortdurende Duitse aanvallen. De perimeterwandeling voert langs plekken van grote slagen, klein leed en moedige acties, en biedt een historische kijk op deze belangrijke gebeurtenis

Op deze kruising in het centrum van Oosterbeek vonden zware gevechten plaats tussen de Britse Para's en de Duitse soldaten. Rechts was toendertijd hotel Schoonoord, Brits veldhospitaal en links villa Quatre Bras. Villa Quatre Bras in Oosterbeek speelde een belangrijke rol tijdens de Slag om Arnhem in 1944. Deze villa stond vlakbij het kruispunt van de Utrechtseweg en de Stationsweg, wat een strategisch punt was tijdens de slag. In het gebied rond de villa werd hevig gevochten tussen Britse en Duitse troepen. De Britten gebruikten de villa als verdedigingsplaats en het was een van de belangrijkste locaties tijdens de slag.

De gevechten in het centrum van Oosterbeek in 1944 waren onderdeel van de Slag om Arnhem, die plaatsvond van 17 tot 26 september 1944. Deze slag was een cruciaal onderdeel van Operatie Market Garden, een grootschalige geallieerde militaire operatie tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Op 17 september 1944 landden de eerste Britse parachutisten en zweefvliegtuigen bij Wolfheze en Heelsum, nabij Oosterbeek. De Britse troepen trokken via Oosterbeek naar Arnhem, maar werden geconfronteerd met hevige Duitse tegenstand2. De gevechten in Oosterbeek waren intens en duurden meerdere dagen, waarbij de Britse troepen uiteindelijk gedwongen werden zich terug te trekken over de Rijn.

Tijdens deze gevechten werden veel huizen en gebouwen in Oosterbeek beschadigd of vernietigd. Na de Slag om Arnhem kregen de burgers van Oosterbeek het bevel hun woonplaatsen te verlaten, en veel woningen werden door Duitse troepen geplunderd.

Dit monument herdenkt de Slag om Arnhem tijdens de Tweede Wereldoorlog, die deel uitmaakte van Operatie Market Garden. De slag vond plaats in september 1944 en Oosterbeek was een belangrijke locatie tijdens deze operatie.

Het monument staat vlakbij het kruispunt “Quatre Bras”, dat een strategisch punt was tijdens de slag. Het dient als herinnering aan de moed en opoffering van de soldaten die in de slag vochten.

Aanvankelijk was de bevolking van Oosterbeek in een feeststemming toen de Britse para's het dorp betraden. Spoedig echter zou de stemming omslaan toen bittere gevechten uitbraken met de Duitse bezetter.

Duitse soldaten vechten zich een weg terug tussen de huizen van Oosterbeek.

Jack Baskeyfield Tree oosterbeek

De “Jack Baskeyfield Tree” in Oosterbeek, Gelderland, Nederland, is een gedenkteken gewijd aan Lance-Sergeant John Daniel Baskeyfield. Hij was een Britse soldaat die buitengewone moed toonde tijdens de Slag om Arnhem, onderdeel van Operatie Market Garden in de Tweede Wereldoorlog. Op 20 september 1944 bemande Baskeyfield eigenhandig een antitankkanon en vernietigde met succes verschillende Duitse tanks en pantservoertuigen voordat hij in de strijd sneuvelde.

De boom werd op 20 september 1996 geplant op de hoek van de Acacialaan en de Benedendorpsweg in Oosterbeek, waar Baskeyfield zijn heldhaftig stand hield.

Hotel Hartenstein in Oosterbeek

Hotel Hartenstein in Oosterbeek staat nu bekend als het Airborne Museum Hartenstein. Dit museum is gewijd aan de Slag om Arnhem, die plaatsvond tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gebouw diende als hoofdkwartier van de Britse 1st Airborne Division tijdens de slag. Het museum biedt een uitgebreide kijk op de gebeurtenissen van de slag, met tentoonstellingen met originele wapens, uniformen en persoonlijke verhalen van degenen die de slag hebben meegemaakt.

De Tafelberg

Generaal Walter Model was een Duitse veldmaarschalk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij stond bekend als "Hitlers brandweerman" vanwege zijn vermogen om snel in te grijpen en defensieve linies te herstellen. In september 1944, tijdens Operatie Market Garden, had Model zijn hoofdkwartier in Hotel de Tafelberg in Oosterbeek.

Hotel de Tafelberg werd tijdens de Slag om Arnhem omgevormd tot een noodhospitaal voor gewonde Britse soldaten. Het gebouw diende oorspronkelijk als huis voor gepensioneerde missionarissen, maar werd later gebruikt door Amerikaanse paters tot eind 1998

Het is fascinerend hoe een enkel gebouw zoveel geschiedenis kan bevatten, van militaire strategieën tot medische noodhulp.

Thans is de voorgevel in tact gelaten maar is het gebouw verder veranderd in een appartementencomplex.

In de film Theirs is the Glory werd het Britse noodhospitaal nogmaals uitgebeeld. De zware beschadigingen aan het gebouw waren nog de sporen van de oorlog.

John Waddy was een Britse kolonel die deelnam aan de Slag om Arnhem tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij landde op de tweede dag van de slag op de Ginkelse Heide bij Ede en bereikte later Oosterbeek. Tijdens de gevechten raakte hij gewond en werd hij verpleegd in Hotel de Tafelberg, dat toen was omgevormd tot een militair hospitaal.

Waddy was een gerespecteerde veteraan en bleef betrokken bij herdenkingen en rondleidingen op historische locaties, waaronder de Tafelberg. Zijn ervaringen en verhalen hebben bijgedragen aan het behoud van de geschiedenis van de Slag om Arnhem.

voor het zwaar beschadigde hotel De Tafelberg, tijdens de slag een verbandplaats, zitten vlnr. Mevr. van Maanen, dochter Anje van Maanen, dokter Gerrit van Manen en kolonel Warrack. Deze opname is gemaakt tijdens de opnamen voor de film Theirs is the Glory in 1946.

De Oude Kerk in Oosterbeek aan de Benedendorpsweg

De Oude Kerk in Oosterbeek speelde een belangrijke rol tijdens de Slag om Arnhem in september 1944. Deze kerk, een rijksmonument, werd zwaar beschadigd tijdens de gevechten. De kerk diende als laatste steunpunt voor de geallieerden ten noorden van de Rijn voordat zij zich moesten terugtrekken. In de pastorie naast de kerk verzorgde Kate ter Horst gewonde en stervende soldaten, en zij werd bekend als de "Engel van Oosterbeek".

Na de oorlog werd de kerk gerestaureerd en in 1949 weer in gebruik genomen. De kerk is nu een pelgrimsoord voor Airborne-veteranen en hun nazaten

De zwaar beschadigde Oude Kerk in Oosterbeek

We kregen de gelegenheid de Oude Kerk van binnen te bekijken met haar herinneringen aan de Britse Airborne Division in 1944.

De Oude Kerk in Oosterbeek heeft een rijke geschiedenis, vooral bekend vanwege de Slag om Arnhem in september 1944. Tijdens deze slag speelde de kerk een cruciale rol als laatste steunpunt voor de geallieerde troepen ten noorden van de Rijn. Majoor Richard Lonsdale, naar wie de Lonsdale Force is vernoemd, hergroepeerde hier zijn manschappen tijdens de hevige gevechten.

De kerk zelf, een pré-romaanse zaalkerk, werd zwaar beschadigd tijdens de gevechten, maar is daarna in oorspronkelijke stijl hersteld. De kerk is nu een pelgrimsoord voor Airborne soldaten en hun nazaten, met veel geschenken en herinneringen die in de kerk te zien zijn.

Blik op het gebied achter de Oude Kerk waardoor de Britse para's in de nacht van 25 op 26 september 1944 trokken naar de Rijn om te worden geëvacueerd uit de perimeter van Oosterbeek. Aan de overkant bevonden zich de geallieerden. Deze operatie droeg de codenaam Operation Berlin.

De Lonsdale Force

Majoor Lonsdale houdt een toespraak voor zijn troepen, uitgebeeld in de in 1946 opgenomen film Theirs is the Glory

De Lonsdale Force was een groep Britse parachutisten onder leiding van majoor Richard Lonsdale tijdens de Slag om Arnhem in de Tweede Wereldoorlog. Deze groep speelde een cruciale rol in de verdediging van de perimeter van Oosterbeek tegen Duitse troepen.

De Lonsdale Force werd vernoemd naar majoor Lonsdale, die in de Oosterbeekse kerk een inspirerende toespraak hield voor zijn troepen en hen aanspoorde hun posities te behouden ondanks het feit dat ze zwaar in de minderheid waren. De kerk werd later bekend als “Lonsdale Church” ter ere van hem.

De Lonsdale Force speelde een belangrijke rol bij het handhaven van de verdedigingslinie rond Oosterbeek, wat een belangrijk onderdeel was van de geallieerde inspanningen tijdens Operatie Market Garden. Het gebied rond de kerk en de nabijgelegen gedenktekens herdenken de moed en offers van de soldaten die er vochten.

Majoor Lonsdale houdt een toespraak voor zijn troepen, uitgebeeld in de in 1946 opgenomen film Theirs is the Glory

Majoor Lonsdale had de tekst van zijn toespraak op een deur gekrast, zodat hij tijdens zijn toespraak naar die deur kon kijken als geheugensteun. De deur wordt thans bewaard in het Airborne Museum Hartenstein te Oosterbeek.

Majoor Richard Lonsdale was een officier van het Britse leger die een belangrijke rol speelde tijdens de Slag om Arnhem in de Tweede Wereldoorlog. Hij was tweede in bevel van het 11e Bataljon, Parachute Regiment, en staat bekend om zijn leiderschap tijdens de intense gevechten rond Oosterbeek.

Een van de beroemdste momenten waarbij Major Lonsdale betrokken was, vond plaats bij de Oosterbeekse kerk, die later bekend werd als “Lonsdale Church”. Ondanks zijn verwondingen hield hij een inspirerende toespraak voor zijn troepen, waarin hij hen aanspoorde hun posities te behouden tegen de oprukkende Duitse troepen. Zijn leiderschap en vastberadenheid waren cruciaal in de verdediging van de geallieerde perimeter tijdens de slag.

Blik op de Slag om Arnhem

De Slag om Arnhem was een belangrijke veldslag tijdens de Tweede Wereldoorlog, die plaatsvond van 17 tot 25 september 1944. Het was onderdeel van Operatie Market Garden, een geallieerde poging om de bruggen over de grote rivieren in Nederland te veroveren en zo een snelle opmars naar Duitsland mogelijk te maken.

De operatie begon met luchtlandingen van Britse en Poolse parachutisten bij Arnhem en omgeving. Het doel was om de Rijnbrug in Arnhem te veroveren en te behouden totdat de grondtroepen arriveerden. Helaas stuitten de geallieerden op onverwacht sterke Duitse tegenstand, waaronder twee SS-pantserdivisies die toevallig in de buurt waren gelegerd.

De geallieerden slaagden er niet in om de brug in Arnhem te veroveren, wat leidde tot een Duitse overwinning. Hierdoor werd het noorden en westen van Nederland niet bevrijd en volgde de hongerwinter van 1944-1945.

In Oosterbeek staan in de maand september fotoborden opgesteld op diverse locaties om de strijd in en rond Oosterbeek uit te beelden. De zogeheten "Perimeter van Oosterbeek". De perimeter was een hoefijzervormige verdedigingsline rondom Oosterbeek waarin de Britse en Poolse troepen waren teruggedrongen tijdens de Slag om Arnhem. In ditgebied hielden de geallieerden negen dagen stand onder voortdurende Duitse aanvallen.

De Airborne Begraafplaats in Oosterbeek

De Airborne Begraafplaats in Oosterbeek is een belangrijke en ontroerende plek die de offers herdenkt van de geallieerde troepen die tijdens de Slag om Arnhem in de Tweede Wereldoorlog zijn gesneuveld. Deze begraafplaats, gelegen aan de Van Limburg Stirumweg, bevat de graven van meer dan 1.700 Britse en Poolse soldaten die hun leven hebben gegeven in september 1944.

Bij aankomst op de begraafplaats word je begroet door rijen van keurig onderhouden graven, elk met een witte grafsteen. Het centrale monument draagt de inscriptie: "Their Name Liveth For Evermore", een eerbetoon aan de moed en het opofferen van deze jonge mannen.

Elke september wordt hier een herdenkingsceremonie gehouden, waarbij veteranen, familieleden en schoolkinderen bloemen leggen en eer betonen aan de gevallenen. Het is een moment van reflectie en dankbaarheid, en een herinnering aan het belang van vrede en vrijheid.

Elk jaar tijdens de herdenkingsceremonie op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek, vindt een bijzonder en ontroerend moment plaats: kinderen leggen bloemen op de graven van de gesneuvelde soldaten. Dit ritueel symboliseert niet alleen respect en herinnering, maar ook de voortdurende dankbaarheid van de jongere generaties voor de offers die deze soldaten hebben gebracht.

De ceremonie begint vaak met toespraken en het spelen van Last Post, waarna schoolkinderen met zorg en eerbied bloemen leggen op elk graf. Het is een indrukwekkend en ontroerend gezicht om de jonge kinderen te zien lopen tussen de rijen graven, elk met een kleurrijke bloemenkrans in hun handen. Hun serieuze en respectvolle houding tijdens deze handeling laat zien hoe diepgaand de betekenis van vrijheid en vrede is, zelfs voor de jongsten onder ons.

Het moment waarop de bloemen worden gelegd, brengt een gevoel van verbondenheid en gemeenschap, niet alleen tussen de aanwezigen maar ook met de gevallen soldaten en hun families. Het is een krachtige herinnering dat de verhalen en opofferingen van deze mannen nooit zullen worden vergeten.

Dit jaarlijkse ritueel helpt ook om de geschiedenis levend te houden, en zorgt ervoor dat de waarden van moed, opoffering en vrijheid doorgegeven worden aan toekomstige generaties.